Zijn zonnepanelen brandgevaarlijk?

Een correcte installatie is de beste manier om brand te voorkomen

Zijn zonnepanelen brandgevaarlijk?

Is er een verhoogd risico op brand met zonnepanelen? Een correcte installatie is de beste manier om brand te voorkomen. Zonnefabriek helpt u graag.
24 maart 2015 16:00
Laatst bewerkt op 27 augustus 2025 11:13
Leestijd 14 min
Deel dit artikel:
Is er een verhoogd risico op brand met zonnepanelen? Een correcte installatie is de beste manier om brand te voorkomen. Zonnefabriek helpt u graag.

Hoe groot is de kans op brand met zonnepanelen?

De kans op branden in zonnepanelensystemen is erg klein: Volgens onderzoek van TNO komt brand voor bij 0,014% van de installaties. Zonnefabriek heeft nog nooit brand meegemaakt in de tien duizenden systemen die we de afgelopen jaren hebben geplaatst.

Gesmolten DC connectoren op een dak

Gesmolten DC connectoren op een dak

Mogelijke oorzaken van brand

In de media wordt soms gesproken van ‘oververhitte’ of ‘overbelaste’ zonnepanelen. De zonnepanelen die Zonnefabriek installeert, kunnen niet overbelast of oververhit raken. Ook de omvormers raken niet oververhit; als ze te heet zouden worden, dan schakelen ze vanzelf terug (het zogenaamde ‘derating’) of gaan ze in storing. Dit gebeurt pas wanneer de interne temperatuur van de omvormer boven de 50 C zou komen.

Als er sprake is van slecht materiaal, dat bovendien niet correct is gemonteerd, is er verhoogd risico op brand. Een brand zou bijvoorbeeld te maken kunnen hebben met een slecht gemonteerde stroomkabel. Zonnefabriek gebruikt daarom uitsluitend kabels en connectoren van zeer goede kwaliteit. Als een stroomkabel zou gaan schroeien door een slecht contact, dan zou dat op deze manier binnen de dubbele isolatie van de kabel moeten blijven. Ook zorgen wij dat de kabels en connectoren op de juiste manier worden gemonteerd zodat er geen risico is op slecht contact.

Technische punten van aandacht

Als er in een elektrisch circuit een verbinding niet goed is aangemaakt, dan ontstaat er op die plek extra weerstand. De stroom die langs die plek moet lopen, heeft meer moeite om erlangs te komen; daardoor warmt die verbinding op. Als het een wisselstroomverbinding (AC, Alternating Current) zou zijn, dan zou het gaan ‘knetteren’: er springen dan af en toe wat vonken over. Bij een gelijkstroomverbinding (DC, Direct Current) ontstaat echter een zogenaamde vlamboog: een constante stroom energie die de slechte verbinding steeds verder opwarmt totdat er onderdelen in de verbinding gaan smelten.

Bij een slecht AC contact geven de overspringende vonken wel een klein risico, maar aangezien er geen sprake is van enorme warmte-ontwikkeling, en aangezien de vonken meestal binnen het isolatiemateriaal blijven, is de kans op brand beperkt. Bij DC daarentegen kan de vlamboog langer blijven duren en voor behoorlijke opwarming zorgen. De meeste omvormers beschikken tegenwoordig over een 'arc fault circuit interruption' systeem (AFCI, oftewel vlamboog bescherming) die de aanwezigheid van een vlamboog in een DC circuit herkent en het circuit vervolgens onderbreekt. Het is echter altijd beter om te voorkomen dan om te genezen.

Het is bij DC circuits van extra groot belang om de DC connectoren goed te monteren en in elkaar te schuiven. De kabels moeten op de juiste lengte zijn gestript (d.w.z. dat precies de juiste hoeveelheid isolatiemateriaal aan het uiteinde eraf is gehaald met een striptang), de connector moet goed op de kabel zijn vastgezet (met de juiste krimptang), en de connectoren moeten voldoende ver in elkaar zijn geschoven (totdat de connectoren vastklikken). Als dat allemaal goed is gedaan, dan is de verbinding veilig en bestaat er geen risico op brand, ook niet na vele jaren blootstelling aan de elementen.

Ook de stekkers en contrastekkers die worden gebruikt, moeten van hetzelfde type moeten zijn: Alleen dàn is het contact goed. Blijkbaar zouden er in sommige van de brandgevallen stekkers van verschillende types in elkaar zijn geschoven! Zonnefabriek gebruikt voor de stekkers uitsluitend het type ‘MC4’, hetzelfde type dat ook op onze zonnepanelen zit gemonteerd.

Zelfs àls een verbinding niet correct is aangelegd, is er bij een ‘normaal’ systeem, waarbij de zonnepanelen òp (dus niet in) het dak liggen, weinig risico: Als er een slecht contact is, zal de connector langzaam wegsmelten totdat de verbinding helemaal is verbroken: op dat moment loopt er geen stroom meer door het circuit en is er dus geen gevaar meer. 

De branden die door TNO zijn onderzocht, bleken vooral in in-dak-systemen te zijn ontstaan. Bij dit type installaties liggen de panelen niet bovenop het dak, maar zijn ze in het dak verwerkt. De kabels die de panelen met elkaar verbinden, liggen daardoor direct op het dakbeschot, en eventueel isolatiemateriaal en folie. Daardoor kan een connector die heel warm wordt, in het slechtste geval in aanraking komen met brandbare delen, en zo voor brand zorgen.

In-dak-systemen komen vooral voor bij nieuwbouw, en kunnen er heel strak uitzien, omdat de panelen naadloos in het dak opgaan. Het is daarbij dus echter wel van groot belang, dat er extra zorg wordt besteed aan een correcte installatie. Probleem bij nieuwbouw is dat huis en zonnestroom installatie vaak als geheel door een bouwbedrijf worden neergezet, d.w.z. niet door een bedrijf dat gespecialiseerd is in zonnestroom systemen. Daardoor kan het de installateurs mogelijk aan kennis ontbreken, en kunnen er fouten worden gemaakt.

  • AC en DC reageren verschillend

    Als er in een elektrisch circuit een verbinding niet goed is aangemaakt, dan ontstaat er op die plek extra weerstand. De stroom die langs die plek moet lopen, heeft meer moeite om erlangs te komen; daardoor warmt die verbinding op. Als het een wisselstroomverbinding (AC, Alternating Current) zou zijn, dan zou het gaan ‘knetteren’: er springen dan af en toe wat vonken over. Bij een gelijkstroomverbinding (DC, Direct Current) ontstaat echter een zogenaamde vlamboog: een constante stroom energie die de slechte verbinding steeds verder opwarmt totdat er onderdelen in de verbinding gaan smelten.

    Bij een slecht AC contact geven de overspringende vonken wel een klein risico, maar aangezien er geen sprake is van enorme warmte-ontwikkeling, en aangezien de vonken meestal binnen het isolatiemateriaal blijven, is de kans op brand beperkt. Bij DC daarentegen kan de vlamboog langer blijven duren en voor behoorlijke opwarming zorgen. De meeste omvormers beschikken tegenwoordig over een 'arc fault circuit interruption' systeem (AFCI, oftewel vlamboog bescherming) die de aanwezigheid van een vlamboog in een DC circuit herkent en het circuit vervolgens onderbreekt. Het is echter altijd beter om te voorkomen dan om te genezen.

  • De juiste stekkers

    Het is bij DC circuits van extra groot belang om de DC connectoren goed te monteren en in elkaar te schuiven. De kabels moeten op de juiste lengte zijn gestript (d.w.z. dat precies de juiste hoeveelheid isolatiemateriaal aan het uiteinde eraf is gehaald met een striptang), de connector moet goed op de kabel zijn vastgezet (met de juiste krimptang), en de connectoren moeten voldoende ver in elkaar zijn geschoven (totdat de connectoren vastklikken). Als dat allemaal goed is gedaan, dan is de verbinding veilig en bestaat er geen risico op brand, ook niet na vele jaren blootstelling aan de elementen.

    Ook de stekkers en contrastekkers die worden gebruikt, moeten van hetzelfde type moeten zijn: Alleen dàn is het contact goed. Blijkbaar zouden er in sommige van de brandgevallen stekkers van verschillende types in elkaar zijn geschoven! Zonnefabriek gebruikt voor de stekkers uitsluitend het type ‘MC4’, hetzelfde type dat ook op onze zonnepanelen zit gemonteerd.

  • In-dak systemen

    Zelfs àls een verbinding niet correct is aangelegd, is er bij een ‘normaal’ systeem, waarbij de zonnepanelen òp (dus niet in) het dak liggen, weinig risico: Als er een slecht contact is, zal de connector langzaam wegsmelten totdat de verbinding helemaal is verbroken: op dat moment loopt er geen stroom meer door het circuit en is er dus geen gevaar meer. 

    De branden die door TNO zijn onderzocht, bleken vooral in in-dak-systemen te zijn ontstaan. Bij dit type installaties liggen de panelen niet bovenop het dak, maar zijn ze in het dak verwerkt. De kabels die de panelen met elkaar verbinden, liggen daardoor direct op het dakbeschot, en eventueel isolatiemateriaal en folie. Daardoor kan een connector die heel warm wordt, in het slechtste geval in aanraking komen met brandbare delen, en zo voor brand zorgen.

    In-dak-systemen komen vooral voor bij nieuwbouw, en kunnen er heel strak uitzien, omdat de panelen naadloos in het dak opgaan. Het is daarbij dus echter wel van groot belang, dat er extra zorg wordt besteed aan een correcte installatie. Probleem bij nieuwbouw is dat huis en zonnestroom installatie vaak als geheel door een bouwbedrijf worden neergezet, d.w.z. niet door een bedrijf dat gespecialiseerd is in zonnestroom systemen. Daardoor kan het de installateurs mogelijk aan kennis ontbreken, en kunnen er fouten worden gemaakt.

Aanbevelingen van TNO

TNO komt met een aantal aanbevelingen om de kans op branden nog verder te minimaliseren. De aanbevelingen komen neer op: extra aandacht besteden aan de DC stekkerverbindingen, alleen DC stekkers van hetzelfde type in elkaar steken, en zorgen voor goed opgeleid personeel. Zonnefabriek besteedt al jaren aandacht aan al deze punten en helpt u graag verder met een veilig geïnstalleerd systeem.

 

Hessel van den Berg
Hessel is technisch manager bij Zonnefabriek. Hij doet regelmatig verslag over actuele ontwikkelingen in de wereld van duurzame energie. Hessel heeft er een talent voor om complexe informatie te vertalen naar glasheldere blogs.

Zoek uw vraag

Vul een steekwoord in om veelgestelde vragen te doorzoeken

Begrippenlijst

Klik hier voor een overzicht van alle gebruikte termen, met van elke term een korte uitleg.

Begrippenlijst